Ben je benieuwd hoe De Knapenvelder is ontstaan? Je leest het op deze pagina. De laatste ontwikkelingen? Die vind je onderaan.
Zó is het begonnen
Zo rond 1980 hadden Derk en Mieny Tuten al een tijdje een boerderij met melkkoeien. De kinderen werden groter – dus was er iets meer tijd – en toentertijd was het heel gebruikelijk dat je je eigen vla of yoghurt thuis maakte.
Niet iedereen deed dat, maar men vond die volle verse producten wel érg lekker. Dus vroegen ze Mieny of ze ook wat voor haar konden maken… en dat kon natuurlijk. Zo is ze begonnen met het verwerken van eigen melk.
Het oude bakhuus
In de jaren daarna werd de vraag steeds meer, nog steeds in eigen keuken. De vrijdag, ‘uitdeel-dag’, werd al aardig vol met ‘vreemde’ mensen. Dan tóch maar een klein winkeltje creëren, in het oude bakhuus, met een productieruimte. Toentertijd een grote stap, die door veel boerenstellen werd gemaakt. Elk dorp had eigenlijk wel zijn eigen zuivelboerderij. Deze kleine zuivelboerderijen werkten samen door gezamenlijk vla-poeders en fruit in te kopen.
Een grotere winkel
In de jaren 90 kwam de volgende stap: een grotere winkel, binnen de boerderij zelf. Eerst stond de zuivel nog in kratten langs de kant, daarna kwam een heuse koeling. Er kwamen ook steeds meer streekproducten van anderen in de winkel, zoals honing en jam. Deze streekproducten stonden in een paar houten kratjes langs de kant. Natuurlijk was er nog plek voor een tafel met stoeltjes, men kwam natuurlijk ook om te ‘buurten’.
Later in die periode werd het een heuse hele kisten-wand: boordevol (zelfgemaakt) bakmeel, advocaat en boerenjongens.
2008. De winkel was al wel veel groter dan de eerste ruimte, maar nog steeds kon je alleen om de tafel heen. En was de winkel met een klant of 3 à 4 wel vol.
Een volledig gevulde kisten-wand én een heuse koeling.
De ingang van de tweede winkel-lokatie, in de boerderij.
De bongerd
Sinds 2016 zitten we in De Bongerd, een mooie grote ruimte die grenst aan de boomgaard. Het assortiment is flink uitgebreid: er kan nu echt ‘gewinkeld’ worden. Het was een grote, maar logische, stap.
Een grote(re) productieruimte
In 2018 volgde een nieuwe, grotere productieruimte. De vraag naar de ambachtelijke boerenzuivel werd zó groot, dat het niet meer in het oude jasje paste. Van één koeltank voor (bijvoorbeeld) de karnemelk en drie pasteurketels, gingen we naar zes tanks! Drie pasteur/koeltanks en drie vla-ketels. Allemaal computergestuurd, dus veel efficiënter voor het stroom- en watergebruik.